Leerlingen op basis- en middelbare scholen behalen steeds lagere cijfers, constateert de Onderwijsinspectie. Dit heeft ook gevolgen voor aankomende studenten. Zo kunnen er scheve verhoudingen ontstaan tussen studenten met hoog- en laagopgeleide ouders.
De schoolresultaten van basis- en middelbare scholieren worden steeds slechter, zo blijkt uit het rapport De Staat van het Onderwijs van de Onderwijsinspectie. Daarmee bestaat de kans dat de kwaliteit van het Nederlandse onderwijs op sommige vlakken daalt op de Europese ranglijst. Ook blijkt uit het rapport dat er een steeds grotere kloof komt tussen de resultaten van kinderen met hoogopgeleide en laagopgeleide ouders. Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) en de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) zijn bang dat dit zal leiden tot zogenaamde onderwijsbubbels van leerlingen met hoogopgeleide ouders.
Bepaalde groepen zullen meer uitvallen in het hoger onderwijs, legt ISO-voorzitter Rhea van der Dong uit in een persbericht. ‘Als je een jongen met een migratie-achtergrond bent, is de kans maar zo’n 35 procent dat je met een diploma van de hogeschool afkomt. Dat zijn echt verschrikkelijke cijfers, die om directe actie vragen.’ Ook de LSVb laat in een persbericht deze ontwikkeling zorgwekkend te vinden. LSVb-voorzitter Tariq Sewbaransingh: ‘Het is te gek voor woorden dat niet je intelligentie maar je afkomst bepaalt of je kunt studeren. We moeten nu ingrijpen om te voorkomen dat hogescholen en universiteiten een ivoren toren worden.’
Daarnaast erkent het ISO dat er ook bij universiteiten en hogescholen een probleem is bij de toelating van de aankomende studenten. Veel opleidingen hanteren een selectieprocedure die onder andere gebaseerd is op de cijfers die leerlingen tijdens hun middelbare schooltijd behalen. ‘Bestuurders redeneren vaak vanuit wat voor hun universiteit of hogeschool goed is, en kiezen dan voor bijvoorbeeld meer selectie of verengelsing’, legt Van der Dong uit. Dit kan bijdragen aan het ontstaan van de scheve verhoudingen. Een selectie zorgt er volgens de LSVb voor dat studenten met bepaalde achtergronden vaker uitvallen of niet doorstromen. ‘Vooral de universiteit wordt voor grote groepen studenten niet een plek waar je wordt beoordeeld op je kunnen, maar vooral op hoe je selectieprocedures kunt doorkomen’, zegt Sewbaransingh.
Om ervoor te zorgen dat er in de toekomst geen onderwijsbubbels ontstaan op hoge onderwijsinstellingen, zal er dus meer toezicht moeten komen op zowel de kwaliteit van het onderwijs op middelbare scholen als op de selectieprocedures van universiteiten.