Home Opinie & AchtergrondIngezonden [Ingezonden] Ik stem tegen het referendum, ik stem niet

[Ingezonden] Ik stem tegen het referendum, ik stem niet

door Redactie

Volgens Axel Varenhorst (22), derdejaarsstudent Bestuurskunde aan de Radboud Universiteit, heeft het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne niets te maken met democratie. Om deze reden gaat hij woensdag niet stemmen. Volgens hem is het tijd dat er een debat wordt gehouden over hoe de politiek de burger weer gaat vertegenwoordigen. 

Het duurt nog één dag voor er in Nederland een referendum wordt gehouden over het associatieverdrag met Oekraïne. Er is al veel over geschreven. De lezer die nu misschien denkt dat dit een zoveelste poging is van iemand die gaat uitleggen waarom je óf voor óf tegen moet stemmen, heeft het mis.

Ik heb namelijk besloten om niet te gaan stemmen, want ik ben tegen dit referendum. In mijn ogen heeft dit referendum niets te maken met de democratie. Het is een goed voorbeeld van een schijndemocratie. De referendumwet, deze zomer in werking getreden na een vurige lobby van onder andere D66, laat nu al zien dat deze in de praktijk niet werkt. Met deze wet is, zoals velen al weten, het mogelijk om met 300 duizend handtekeningen een raadgevend referendum te laten plaatsvinden over een onderwerp dat al door de Eerste en Tweede kamer is aangenomen én is vastgelegd bij Koninklijk Besluit.

Hoe zijn deze handtekeningen echter verzameld? Gaat het hier om 300 duizend Nederlanders die een referendum willen, of om bijvoorbeeld ‘slechts’ 100 duizend Nederlanders die meerdere keren hebben gestemd? Verder werd het via een online-applicatie wel erg gemakkelijk om zonder de consequenties ervan in te zien, je petitie vanuit je luie stoel te ondertekenen.

Dat de handtekeningen nogal eens gemakkelijk werden gezet, heb ik om mij heen gemerkt. In mijn ogen is het verhaal eenvoudig en eenzijdig opgesteld en daarmee glijdt de referendumwet af naar een typisch populistisch middel. Door zinnen als ‘dit is het leukste piramidespel ooit, want hiermee zetten we Pechtold in de zeik!’ of internetmemes met daarin de tekst dat je ‘Pechtold nu heel verdrietig hebt gemaakt’, is de aandacht voor het onderwerp zelf nogal op de achtergrond komen te spelen.

De petitiecampagne heeft hierdoor meer weg van pesten of tegen iemand lekker ‘nee’ kunnen zeggen. Misschien is het GeenStijl zelfs helemaal niet te doen om dit referendum en proberen ze dit angstvallig stil te houden. Luuk Koelman schreef in zijn geweigerde column van afgelopen week dat de reden voor het houden van het referendum niet de inhoud was, maar het versterken van het merk GeenStijl. Op kosten van de staat, moet GeenStijl van hun eigenaar Telegraaf Media Groep meer rendabel worden gemaakt; er speelt meer achter de schermen en wederom worden we voor de gek gehouden.

Verder, wat bereiken we met dit referendum? Het referendum is slechts raadgevend, iets wat we in 2005 ook al hebben meegemaakt. Het betekent dat, indien een meerderheid tegen stemt, de politiek de wet moet aanpassen. Het verdrag wordt dus niet van tafel geveegd, maar hij wordt gewoon geaccepteerd nadat er wat aanpassingen zijn aangebracht. Fijn, want dan gaat deze wet misschien de geschiedenisboeken in als ‘de duurste wetsaanpassing ooit’. Het referendum kost namelijk 40 miljoen euro. Ga maar eens na hoeveel we daar voor hadden kunnen doen, zoals zorg, ouderen, onderwijs, etc.

En wat is het alternatief? Stel er wordt ‘nee’ gestemd, wat willen we daarmee zeggen? Gaat de politiek aan GeenStijl vragen wat zij anders willen? Gaat het gehele verdrag van tafel? Of gaat de wet weer in de ‘gevreesde achterkamertjes’ in Den Haag en is het niet precies duidelijk wat de uitkomst is? Als een referendum zou gaan over een keuze tussen twee wetsvoorstellen, het oorspronkelijke wetsvoorstel en een onderbouwd alternatief dat wordt ingediend vanuit de bevolking, is er pas sprake van een echte keuze. Pas dán heeft de bevolking meer inspraak bij politieke kwesties. Niet door even ‘ja’ of ‘nee’ te zeggen.

Dan de vraag: waar is een referendum voor nodig? Het referendum is bedoeld om de kiezer meer inspraak te geven in het politieke proces. Maar daar zijn verkiezingen toch voor? Tijdens de verkiezingen geven we met onze stem een politiek mandaat aan diegene op wie wij stemmen. Dat betekent dat wij diegene toestemming geven om namens ons te stemmen in de politieke arena. Misschien moeten we daarom eens wat meer aandacht geven aan waar iemand individueel voor staat, in plaats van blindelings op de (al dan niet aantrekkelijke) leider, de eerste vrouw op de lijst, of iemand uit de regio te stemmen.

Toch wordt via dit referendum wel iets anders blootgelegd. Ik denk dat de politiek te veel is vergeten voor wie zij eigenlijk moet optreden. Het is een academische club geworden die zijn wortels in de maatschappij is verloren. Te weinig politici begrijpen de onvrede in de maatschappij, hoewel ze zeggen van wel. De onvrede in de maatschappij wordt nauwelijks bevredigend vertegenwoordigd; de ene kant loopt te schreeuwen en ‘nee’ te roepen, de andere kant vertelt hoe de situatie in theorie – academisch gezien – is, zou kunnen zijn of zou moeten zijn. Er is geen middenweg in de hedendaagse politiek en dit geeft de bevolking het gevoel niet gehoord te worden. Dit los je op door nieuwe, frisse gezichten in de politiek te krijgen – in zowel de Tweede als Eerste kamer – die eens echt uit die ivoren toren durven te stappen, niet met een of andere referendumwet waarin op populistische wijze even lekker tegen de gevestigde orde wordt getrapt.

Het is tijd dat er een debat wordt gehouden over hoe de politiek de burger weer gaat vertegenwoordigen. Dat doe je niet door de burger te pas en te onpas te laten stemmen over de meest onzinnige onderwerpen, naar aanleiding van een digitale, populistische campagne waar ‘slechts’ 300 duizend – unieke? – handtekeningen voor nodig waren. Al met al: op 6 april aanstaande stem ik ‘tegen’ en wel tegen de referendumwet. Ik ga niet naar de stembus, hoe pijnlijk dat ook is.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen