Home Opinie & AchtergrondColumnsFrisse tegenzin Frisse tegenzin: Geen fratsen

Frisse tegenzin: Geen fratsen

door Redactie

Sander Nederveen heeft meestal erg weinig zin in dingen. Dus gaat hij met frisse tegenzin door het (studenten)leven en deelt hij op ANS-Online elke maand ideeën om er het beste van te maken.

Wonen in Canada, ik kan het iedereen aanraden. Of nou ja, eigenlijk niet, want het fijne aan dit land is nou juist dat het niet heel dichtbevolkt is. Zelf ben ik, na het inleveren van mijn scriptie aan de Radboud Universiteit in juni, vertrokken naar Vancouver. Dat is dan weer precies zo’n stukje Canada dat juist heel dichtbevolkt is. Desalniettemin kost het niet veel tijd om je alleen op de wereld te voelen, op de top van een berg, met enkel een racefiets en een lege bidon. Kortom, goed toeven.

Het dient wel gezegd te worden dat het niet alleen maar rozenkleur en maneschijn is als je voor langere tijd naar het buitenland vertrekt. Met langere tijd bedoel ik niet de standaard uitwisseling die getypeerd kan worden als een alle-dagen-feest-periode. Ik heb het over twee jaar. Dat is dusdanig lang dat het noodzakelijk is om een ritme te vinden, een leven op te bouwen, en een plek te vinden in ‘de samenleving’, zoals men dat noemt. Dat laatste is het ergste wat er is. Eerlijk is eerlijk: de mensen hier zijn heel aardig, zeer verwelkomend, en doen hun uiterste best om je thuis te laten voelen. Zij vergeten alleen een heel belangrijk ding: ik ben een Nederlander. Sterker nog, ik ben een calvinistische Hollander. Mijn jaren aan de katholieke Radboud Universiteit hebben mij niet minder calvinistisch gemaakt en ik verafschuw ieder enthousiasme dat niet voortkomt uit een geslaagde graanoogst.

Het zal geen verrassing zijn dat mijn afschuw voor uitbundigheid niet bevorderlijk is voor de poging mij hier thuis te voelen. Noord-Amerikanen – Canadezen dus niet uitgezonderd – worden enthousiast van iedere zucht en scheet. De volgende anekdote laat ik als bewijs dienen.

Tijdens een weekend weg besloot ik nieuwe hardloopschoenen te kopen. Niet veel eerder had ik in Nederland nieuwe schoenen gekocht, maar de zolen vielen er vrij snel vanaf. Een leven zonder hardlopen is voor mij zo goed als onmogelijk, dus ik moest en zou nieuwe hardlooppattas kopen. Toen ik de verkoopster vertelde dat ik nieuwe schoenen zocht, was haar eerste antwoord: ‘Awesooooooome’. Dit vond ik enigszins overdreven, want het vooruitzicht om $230 uit te geven, vind ik niet bepaald geweldig. Hier was ik nog wel tolerant voor het cultuurverschil, dus ik legde geduldig uit dat ik een ander merk wilde omdat van mijn huidige, ook nog nieuwe schoenen, de zolen afbladderden. Haar reactie was volkomen identiek: ‘Awesooooooome’. Nu was het niet enkel overdreven, maar simpelweg ongepast. Schoenen zonder zolen zijn allesbehalve Awesooooooome. Dat is juist iets heel vervelends. Na nog enkele keren dit gewauwel aangehoord te hebben en een godsvermogen te hebben betaald aan nieuw schoeisel, was mijn geduld wel op en was ik blij dat ik de winkel uit was.

Op dat moment verlangde ik weer even terug naar Nijmegen, waar het Erasmusgebouw streng over de campus waakt; waar je in de refter soms niet eens een glimlach toegeworpen krijgt; waar zelfs eduroam een hekel aan je heeft; waar sarcasme de meest uitbundige emotie is en waar dingen hooguit ‘stom’, ‘oke’, of heel misschien ‘wel leuk’ zijn. Eigenlijk verlangde ik het meest naar de C1000, die jaren lang een succesvol verdienmodel hadden met een onuitbundige slogan: Geen fratsen, dat scheelt.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen