Home Opinie & AchtergrondInterview Proefkonijnen in het dierenlab

Proefkonijnen in het dierenlab

door Redactie

Om er zeker van te zijn dat medicijnen veilig zijn voor de mens, is in de wet vastgelegd dat ze eerst op dieren moeten worden getest. Ook op het Radboudumc worden om deze reden proeven op dieren uitgevoerd. Elk jaar worden in het Centraal Dierenlaboratorium Nijmegen (CDL) ongeveer 25 duizend dierproeven gedaan. Hoe verantwoordt het dierenlab het lijden van dieren in dienst van de geneeskunde en de wetenschap? ANS sprak er over met Merel Ritskes-Hoitinga, hoogleraar Proefdierkunde en hoofd van het CDL.

Tekst: Tijs Sikma
Foto’s: Centraal Dierenlaboratorium Nijmegen  

MerelRitskesOp welke dieren worden op het Radboudumc proeven uitgevoerd?
‘Tachtig procent van de dieren waarop bij het Radboudumc wordt getest, zijn muizen en ratten. Verder kan het variëren van kikker tot resusaap en alles daartussen, zoals cavia’s, konijnen en varkens. De precieze aantallen per soort kun je lezen in ons jaarverslag.’

Wanneer is een dier volgens de wet een proefdier?
‘Niet alle dieren waarop wordt getest, vallen volgens de wet onder het stempel proefdier. Fruitvliegen en muggen bijvoorbeeld worden niet beschouwd als proefdieren en worden dus niet meegeteld in ons overzicht. Alleen gewervelden worden geteld.’

Waarom worden dan alleen gewervelden volgens de wet aangemerkt als proefdier?
‘Dat heeft te maken met het zenuwstelsel en de gewaarwording van pijn. De manier waarop gewervelden pijn ervaren en opnemen in hun denken, lijkt het meest op zoals dat bij mensen gebeurt.’

Hoe wordt het belang van een dierproef bepaald?
‘De onderzoeker moet de doelstellingen van de proef aangeven. Hij moet aangeven hoeveel mensen last hebben van de ziekte waarvoor de dierproef bedoeld is en wat het uiteindelijke geneesmiddel aan genezing ervan kan bijdragen. Het medicijn moet een significante bijdrage leveren aan de gezondheid van de mens of bij dieren in de dierengeneeskunde.’

Wanneer is een bijdrage significant? Dat klinkt erg arbitrair.
‘De bepaling hiervan is subjectief. Dit gebeurt aan de hand van een ethische commissie. Aan de ene kant heb je een aantal ziekten die heel veel mensen treffen, maar aan de andere kant heb je ook ziekten die een kleiner aantal mensen treffen maar zeer ernstig zijn.

‘De ethische toetsing gebeurt ten eerste lokaal door een dierexperimentencommissie en daarnaast centraal door de Centrale Commissie Dierproeven (CCD). CCD kijkt wat het doel is van de dierproeven en wat het te verwachten ongerief is van het dier. Dit wordt tegen elkaar afgewogen en aan de hand hiervan wordt bepaald of in het in dat bepaalde geval ethisch acceptabel is. Hierbij wordt ook meegewogen hoeveel pijn de dieren lijden.

‘Bij de ene diersoort verwacht je dat een bepaalde proef meer indruk maakt dan bij een andere diersoort. Bij een primaat wordt bijvoorbeeld veel strenger gekeken, omdat we met de kennis van nu ervan uitgaan dat zij veel meer gewaarwording hebben van pijn, dan bijvoorbeeld muizen. Dit soort gegevens worden meegenomen bij de ethische toetsing, waarin wordt bepaald of de dierproeven voldoende noodzakelijk zijn voor het te bereiken doel.’

Radboudumc CDL 18juni 1736Wie zitten er in de ethische commissie?
‘Wie in de ethische commissie moeten zitten, is wettelijk voorgeschreven. Dit zijn onder andere mensen die verstand hebben van onderzoek, van de ethiek van dierproeven, van alternatieven voor dierproeven en medewerkers van het dierenlab omdat die verstand hebben van dierverzorging.

‘Op centraal, landelijk niveau wordt goedgekeurd wie in de commissie zitten. De universiteit stelt een commissie voor en deze moet centraal worden goedgekeurd.’

Hoe worden de leefomstandigheden van de proefdieren gecontroleerd?
‘Voor de leefomstandigheden van dieren bestaan wettelijke verplichtingen. Diersoorten die sociaal zijn, moet je bijvoorbeeld sociaal huisvesten. Als dat niet kan, dan moet er speciaal vrijstelling voor worden aangevraagd. Verder is het verplicht dat de dieren zoveel mogelijk natuurlijk gedrag moeten kunnen vertonen. Het is bijvoorbeeld verplicht om bij muizen een iglo’tje in de kooi te zetten, waaronder ze zich kunnen verschuilen en er moet genoeg nestmateriaal in zitten. Als je dat niet doet, krijg je daar een opmerking over van de inspecteur, welke minstens vijf keer per jaar langskomt.’

Wat kunnen de concrete consequenties zijn van een dergelijke opmerking van een inspecteur? Kunnen medewerkers van dierproeven worden veroordeeld voor dierenmishandeling als ze fouten maken?
‘Een inspecteur kan een boete geven en een vergunning intrekken. Dat is echter nog nooit voorgekomen. Wat geoorloofd is binnen dierproeven, staat beschreven in de wet van dierproeven.

‘Het heeft bij dierproeven echter weinig zin je dieren te verwaarlozen, want dan is je onderzoek waardeloos.’

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen