Home Papieren ANSBladartikelen Achter de ruïnes

Achter de ruïnes

door Redactie

Documentairemaker Sinan Can brengt de conflicten in het Midden-Oosten in beeld. In zijn nieuwste serie reist hij af naar wat ooit het kalifaat was, om de gevolgen van de opkomst en ondergang van deze organisatie te laten zien. ‘Vaak denk ik: “Tering, dat dit bestaat: real evil”. Je ziel krijgt bijna een donker randje van deze ellende.’

Tekst: Chiel Nijhuis
Foto: Kelley van Evert

Dit artikel verscheen eerder in de tweede editie van ANS.

Met zijn documentaires over de Arabische wereld probeert Sinan Can de conflicten in dit gebied op een toegankelijke wijze in beeld te brengen. ‘Volgens mij kampt de wereld met drie grote problemen: armoede, discriminatie en onwetendheid. Onwetendheid vind ik daarvan het grootste probleem.’ Hij begon in 2011 met 9/11 De dag die de wereld veranderde, een serie over de aanslagplegers op het World Trade Center. ‘Dit was de eerste documentaireserie van de VARA en de VPRO over jihadisme waar ik aan meewerkte. Het ging mij om de motieven van de vliegtuigkapers. Een deel van de daders bestond uit hoogopgeleide mannen die in het Westen woonden. Hoe kan het dat juist zij zich bij Al Qaida aansloten en die vliegtuigen in het World Trade Center hebben gevlogen?’ Hierop volgde de documentaire Uitgezet, over gewortelde migrantenkinderen die gedwongen werden Nederland te verlaten. Voor de opnames van deze serie volgde hij een kind naar Armenië. Can, die zelf een Turks-Nederlandse achtergrond heeft, werd daar geconfronteerd met de vraag waarom veel Turken de Armeense genocide ontkennen. ‘Daar had ik geen goed antwoord op, ik wist er simpelweg te weinig van af.’ Om dit uit te zoeken, maakte hij samen met Aral Halici, een musicalacteur van Armeense afkomst, de documentaireserie Bloedbroeders. Daarna maakte Can de documentaire De Arabische Storm, over de Arabische Lente en Onze missie in Afghanistan, over de vraag of de Nederlandse missie in Uruzgan succesvol was.

Zijn nieuwste documentaire, In het spoor van IS, wordt dit najaar uitgezonden. In deze tweedelige serie reist Can opnieuw door de Arabische wereld, dit keer om de opkomst en ondergang van Islamitische Staat in beeld te brengen. Thuis in Nijmegen vertelt hij over zijn nieuwe serie en zijn drijfveren als documentairemaker. ‘Wat in het Midden-Oosten gebeurt, raakt me. De verontwaardiging over het onrecht dat daar plaatsvindt, is mijn brandstof om documentaires te maken, om ervoor zorgen dat de ellende die 5000 kilometer verderop plaatsvindt de Nederlandse huiskamers binnenkomt.’

Sinan Can groot 1

Spiraal van vergelding
Can laat in zijn nieuwe serie aan de hand van sleutelmomenten zien hoe Islamitische Staat is opgekomen. In het begin van de documentaire reist hij bijvoorbeeld af naar de plaats waar Abu Mushab al-Zarqawi de organisatie die zou uitgroeien tot IS oprichtte. ‘We zijn op de plek geweest waar al-Zarqawi, samen met ongeveer dertig man, begon met trainen voor de jihad.’ Een ander belangrijk moment is volgens Can de inval van de Amerikanen in Irak in 2003, waarbij het Soennitische regime van Saddam Hoessein ten val kwam. Hierdoor kon de Sjiitische meerderheid van het land aan de macht komen, die voorheen werd onderdrukt door Saddam. ‘Je ziet dat dit het begin is van de Soennitische opstand, omdat zij nu op hun beurt worden onderdrukt door de Sjiieten. De onderdrukking van Soennieten na de inval van de Amerikanen in Irak verklaart waarom zoveel mensen van het regime van Saddam nu in de top van IS zitten.’ De opkomst van IS hangt ook samen met de Arabische Lente, die door Can in beeld is gebracht in De Arabische Storm. ‘In zekere zin liggen deze twee documentaires in elkaars verlengde. De Arabische Lente heeft namelijk een domino-effect in gang gezet, waardoor de regimes in Tunesië, Libië en Egypte ten val zijn gekomen. De regio is instabiel geworden en hierdoor heeft IS, bijvoorbeeld in Syrië, snel aan terrein kunnen winnen.’

Dat de Arabische wereld zo explosief is, komt volgens Can omdat de mensen in deze regio zich niet met elkaar kunnen verzoenen. Conflicten blijven daarom dooretteren. ‘In het Midden-Oosten reiken ze elkaar niet de hand, maar is alles gericht op vergelding. Zodra een groep aan de macht komt, nemen ze wraak op de oude machthebbers. Hierdoor ontstaat een vicieuze cirkel van geweld.’ De constante gevechten hebben ook gevolgen voor de mentaliteit van de mensen in deze regio. Zij raken afgestompt voor het geweld. ‘Vorig jaar, tijdens het maken van Onze missie in Afghanistan, werd ons konvooi twee uur lang in een hinderlaag van de Taliban onder vuur genomen. Daarbij zijn veertien mensen omgekomen. De commandant van het kamp deed daar lacherig over en vroeg of ik bang was geweest voor het vuurwerk. Wat nou vuurwerk? Door dat vuurwerk zijn mensen om het leven gekomen.’

‘Ik kom de meest donkere voorbeelden van menselijk gedrag tegen.’

Vertrouwen in de mensheid
Can vertelt aan de hand van persoonlijke interviews met ooggetuigen over de conflicten in de Arabische wereld. Door deze manier van werken, belicht hij de menselijke kant van de krantenkoppen en brengt hij veel leed in beeld. ‘Ik kom de meest donkere voorbeelden van menselijk gedrag tegen. Vluchtelingen die 250 dollar moeten betalen voor een plek in een vluchtelingenkamp. Mensen gaan zich daardoor prostitueren of hun organen verkopen. Vaak denk ik: “Tering, dat dit bestaat: real evil” Je ziel krijgt bijna een donker randje van deze ellende.’ Het is volgens Can makkelijk om in het Midden-Oosten het vertrouwen in de mensheid te verliezen, maar niet alle mensen zijn slecht. ‘In Syrië ben ik een man tegengekomen die vijfhonderd kinderen heeft gered van het kalifaat. Deze hedendaagse Oskar Schindler wilde niet in beeld verschijnen omdat hij de aandacht niet op hemzelf wilde richten, maar op de vijfhonderd kinderen die waren gered. Dat soort mensen vind ik de parels van het Midden-Oosten. Zij hebben misschien niet de bekendheid van een Gandhi of een Mandela, maar de gevolgen van hun daden hebben net zoveel impact.’

Sinan groot 3Ondanks alle narigheid die hij heeft gezien, maakt Can een vrolijke en opgewekte indruk. Dat hij niet verbitterd is geraakt, wijdt hij aan zijn geloof in het Soefisme. Dit is een mystieke stroming binnen de Islam die grotendeels gebaseerd is op de teksten van de dertiende-eeuwse mysticus Jalal ad-Din Rumi. ‘Nadat ik van een reis ben teruggekomen, trek ik mij terug in mijn werkkamer. Daar lees ik de boeken van Rumi. Dat geeft mij ontzettend veel rust.’ In het Westen is het Soefisme vooral bekend van de derwisjen die dansen door om hun as te draaien. Enthousiast haalt Can een derwisjpoppetje tevoorschijn. ‘De hoed symboliseert een grafsteen en het witte kleed een lijkwade. Rumi is gaan draaien uit liefdesverdriet voor zijn vermoorde zielsmaatje Sjems. Deze dans symboliseert in feite wederkerigheid. Daarom wijst tijdens het draaien een hand naar boven, richting de hemel en de andere hand naar de grond.’ Wederkerigheid is ook voor Can erg belangrijk. Hij gelooft dat de wereld hierdoor in balans blijft. ‘Het Soefisme gaat ervan uit dat voor elk slecht mens ook een goed en gewetensvol mens bestaat. De wereld blijft zo in balans. Daardoor zullen er altijd mensen zijn die onder moeilijke omstandigheden voor het goede zullen kiezen.’

Sinan Can groot 2Leven in IS-gebied
Het vele reizen heeft Can anders naar de wereld doen kijken. Volgens hem is er geen grotere rijkdom dan het inzicht dat je hierdoor verkrijgt. ‘Mijn reizen door het Midden-Oosten hebben mij een zachter mens gemaakt.’ Als voorbeeld noemt hij een man die hij heeft ontmoet in Syrië. Deze man moest samen met zijn zoon van vijf overleven in IS-gebied. ‘Hij werd daar, net als alle inwoners van Islamitische Staat, gedwongen om executies en publieke martelingen bij te wonen. Zijn zoon werd ook gedwongen om te kijken naar handen die werden afgehakt en hoe mensen werden gekruisigd. Hij vroeg toen aan zijn vader: “Papa, gaan ze dit ook bij ons doen?” Zijn vader heeft toen gezegd dat het maar een spelletje was, dat de mensen die zaten te schreeuwen acteurs waren. Als je zoiets hoort, ga je heel anders kijken naar de manier waarop wij onze kinderen opvoeden.’ Can vindt het daarom ontzettend belangrijk dat informatie over de oorlog in Syrië op een toegankelijke wijze beschikbaar wordt gemaakt. Dat reizen in dit land gevaarlijk is, neemt hij op de koop toe. ‘Afreizen naar deze gebieden is het risico waard, zelfs al breng ik slechts tien mensen tot een ander inzicht over hoe het er in IS-gebied aan toe gaat.’

Can is nog niet klaar met zijn missie. Op dit moment is hij alweer bezig met een volgend project. Behalve dat de serie weer over de Arabische wereld gaat, wil Can er niet veel over kwijt. ‘Dit keer reis ik af naar de Golfstaten. Ik ben druk bezig met het regelen van een visum voor Saudi-Arabië. Gelukkig is dat geen oorlogsgebied, dat is weer eens iets anders.’

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen