Home Reportage Als de camera’s weg zijn

Als de camera’s weg zijn

door Redactie

Deelnemers die elkaar uitschelden, huilend biechten voor de camera of worden gefilmd tijdens de seks: in de wereld van realitytelevisie is niets te gek. Een genot voor de kijkers, maar soms minder voor de mentale gesteldheid van de deelnemers. Nemen producenten hier genoeg verantwoordelijkheid voor?

Tekst: Edwin Jonkman en Aaricia Kayzer
Illustraties: Anne Rombouts

Dit artikel verscheen eerder in de zevende editie van ANS.

Toen Bart en Sabine in 1999 samen onder de bloemetjeslakens van hun Big Brother-bed doken, hadden ze een ware primeur te pakken. Nog nooit eerder had een koppel seks in een Nederlands realityprogramma. Tegenwoordig lopen de deelnemers van Adam zkt. Eva naakt door het beeldscherm en is het teleurstellend als de koppels van Temptation Island na aflevering vier nog steeds niet zijn vreemdgegaan. Realitytelevisie wordt steeds extremer, vindt zelfs Hummie van der Tonnekreek, destijds eindredacteur van Big Brother. ‘Ik sta niet aan de wieg van real-life-televisie zoals die nu wordt gemaakt’, zegt ze stellig in een aflevering van Andere Tijden. De grenzen van realitytelevisie verschuiven en dat kan gevolgen hebben voor deelnemers. Staan producenten wel garant voor het welzijn van hun sterren?

Sluipende gevolgen
Begin januari sneed Samantha de Jong, bekend geworden als Barbie uit Oh Oh Cherso, onder invloed van medicijnen en cocaïne haar pols door. Na deze mislukte zelfmoordpoging vertelde ze in een interview met Privé dat alle aandacht en al het commentaar op haar privéleven haar tot wanhoop hadden gedreven. ‘Overal las ik dat ik een slechte moeder ben en de hoer speel.’ Haar problemen wijt ze aan haar deelname aan realityprogramma’s. ‘Door ooit mee te doen aan Oh Oh Cherso heb ik mijn kinderen in de ellende gebracht.’ RTL is de hoofdschuldige, zo vertelt ze in het Algemeen Dagblad: ‘Zij hebben mijn leven laten ontsporen.’ Kijkcijfers waren volgens Barbie belangrijker dan haar mentale welzijn. Het geval van Barbie is een extreem voorbeeld, maar toch lopen deelnemers risico op uiteenlopende mentale klachten. ‘Het is voor deelnemers aan realitytelevisie lastig om een scheiding te vinden tussen privé en werk, omdat de camera’s constant draaien. Daardoor is het moeilijk om voldoende rust te nemen’, stelt psycholoog Najla Edriouch, werkzaam bij de gespecialiseerde GGZ en op YouTube actief als Psycholoog Najla. Dit kan leiden tot bijvoorbeeld burn-outklachten. Ook worden opnames in scène gezet door producers. ‘Realityseries zijn vaak gescript. De productie plant welke activiteit je die dag gaat ondernemen, zodat het interessant is voor het programma. Daar heb je geen grip op, ook al zit je die dag niet lekker in je vel.’

Achtergrond reality Illustratie 2 zonder randjesHandle with care
Maarten Reesink, docent Media en cultuur aan de Universiteit van Amsterdam, beaamt dat de meeste realityseries gescript zijn. Dit betekent dat de series een beoogde verhaallijn hebben, zonder dat de regels tekst vooraf vaststaan. Met behulp van sturing van de productie kan het gewenste verloop worden waargemaakt. ‘De productie zet bepaalde prikkels in, in de hoop dat mensen daar zo authentiek mogelijk op reageren. Dit kan van alles zijn, van een budget om een activiteit te ondernemen, tot letterlijke opdrachten.’ Zo vertelt verleider Tomas uit Temptation Island aan Glamour dat hij van de productie een slagroomspuit in handen geduwd kreeg en werd gevraagd of hij slagroom van het lichaam van een van de deelnemers wilde likken. Ook Barbie verwijt RTL het gebruik van zulke prikkels: ‘Wilden ze op tv een “hysterische Barbie”, dan maakten ze me zo overstuur dat ik vanzelf door het lint ging’, vertelt ze aan het Algemeen Dagblad.

Excessen als de situatie van Barbie probeert EndemolShine Nederland, producent van onder andere Big Brother en Holland’s Next Top Model, in haar eigen programma’s te voorkomen door tijdens en na de opnames begeleiding te bieden. ‘Deelnemers kunnen met vragen terecht bij een aangewezen persoon en bij sommige projecten organiseren we informatieavonden voor de betrokkenen’, legt manager Communicatie Eva Peters uit.

Hoe de begeleiding precies is geregeld, verschilt per programma. ‘We bekijken per programma wat nodig is. Soms is dat begeleiding door de redactie of productie, bij andere programma’s begeleiding van een externe professional.’ Voorkomen is volgens haar altijd beter dan genezen. ‘We houden bij het selecteren van kandidaten uitvoerige, persoonlijke gesprekken en screenings.’ Het is echter onbekend welke vragen precies worden gesteld. ‘We gaan inhoudelijk niet in op de screening, dat is iets tussen de kandidaten en de productie’, zegt Peters. 

Kijkcijferkanon
Volgens Peters is er dus sprake van begeleiding, maar toch zijn realityprogramma’s saai zonder kandidaten met emotionele uitbarstingen en irrationele uitspattingen. Niemand wil naar een seizoen van Temptation Island kijken waarbij iedereen braaf een boekje zit te lezen in de Thaise zon. Huub Evers, zelfstandig media-ethicus en lid van de Raad voor de Journalistiek, denkt dat het belang van veel producenten vooral ligt bij het maken van spraakmakende televisie, en niet bij het welzijn van de kandidaten. ‘Programmamakers willen een spannend programma maken dat kijkcijfers scoort. Zij hebben geen belang bij klachten en gezeur.’

‘Deelnemers weten vaak niet wat hun rechten precies zijn.’

Toch zijn zenders zich volgens Reesink steeds meer bewust van hun verantwoordelijkheid tegenover deelnemers, al is het maar om hun imago op peil te houden. ‘De ophef rond Barbie heeft het imago van RTL geen goed gedaan’, stelt Reesink. Zenders willen niet geassocieerd worden met negatieve voorvallen die in de media breed worden uitgemeten. Ook producenten hebben er geen baat bij om een programma te maken dat door het publiek en de media wordt afgewezen. ‘Een zender zal minder programma’s bij een producent afnemen wanneer het imago van een zender negatieve gevolgen van het bekritiseerde programma ondervindt.’

Geen plichten maar rechten
Kijkers vragen zich wellicht af waarom deelnemers met klachten niet gewoon stoppen met het programma. Volgens Evers is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Deelnemers kunnen vastzitten aan een contract of druk ervaren om maar gewoon zonder te klagen mee te doen. Evers meent dat er vaak sprake is van groepsdruk, niet alleen tussen de deelnemers onderling, maar ook vanuit de kijkers. ‘Je maakt je namelijk niet populair bij het publiek door je voortdurend te verzetten of te roepen dat je iets niet wil.’

Daarnaast weten deelnemers vaak niet wat hun wettelijke positie is, terwijl televisiemakers beter op de hoogte zijn van de gang van zaken. ‘Programmamakers kennen de wetten van de televisie. Deelnemers die, soms tegen hun eigen verwachtingen in, geselecteerd worden om aan zo’n programma mee te doen, weten vaak niet wat hun rechten precies zijn.’ Televisiemakers hebben dus een zekere machtspositie ten opzichte van deelnemers, omdat ze voorkennis hebben. Deelnemers die hier klachten over hebben, kunnen volgens Peters terecht bij een aangewezen contactpersoon. Deelnemers mogen aan externen vanwege hun contract vaak niks zeggen over het verloop van het programma en de begeleiding die ze krijgen.

Achtergrond reality Illustratie 1 grootBriefje in de klachtenbus
Kijkers kunnen natuurlijk ook de stoute schoenen aantrekken en klagen over een programma dat volgens hen morele grenzen overschrijdt. Mensen die met een klacht bellen naar omroepen, worden volgens Evers echter van het kastje naar de muur gestuurd. ‘Met een belletje gebeurt vaak niks. Weet jij veel wie je moet hebben of waar je moet zijn.’

Om duidelijk te maken waar kijkers met klachten terecht kunnen, heeft de Nederlandse Publieke Omroep sinds kort een ombudsman. Deze neemt klachten over programma’s of artikelen in behandeling en onderzoekt of journalisten zich aan de normen en waarden van correcte journalistiek houden. Bij commerciële omroepen bestaat zoiets niet, al hebben veel programma’s wel een mediacode. Navraag bij Talpa leert dat in deze code slechts staat welke doelgroepen programma’s hebben en welke uitstraling hierbij hoort, maar niets over concrete regels waar producenten aan zijn gebonden. Daarbij komt dat zulke mediacodes volgens Evers überhaupt niet afdwingbaar zijn. Voor het publiek is het dus onduidelijk welke grenzen zenders aan programmamakers opleggen. De meeste kijkers voelen echter niet de behoefte om een klacht in te dienen over de grenzen van een programma, maar klimmen eerder in de pen om flinke kritiek te uiten op het gedrag van realitysterren.

Veel druk voor deelnemers komt dan ook van sociale media, meent Edriouch. ‘Mensen krijgen in korte tijd heel veel aandacht. De deelnemers van Temptation Island krijgen bijvoorbeeld van de ene op de andere dag tienduizend extra volgers op Instagram. Natuurlijk heeft dat impact op hoe je je voelt.’ Ook Reesink ziet de grenzen van realitytelevisie verschuiven en de nadelige gevolgen toenemen door sociale media. ‘Door de komst van sociale media is de hoeveelheid reacties die mensen krijgen verveelvoudigd. Je wil niet weten wat je allemaal over je heen krijgt wanneer je zelfs maar een paar seconden op televisie verschijnt.’ Het publiek zou uit morele overwegingen er natuurlijk ook zelf voor kunnen kiezen om bepaalde programma’s te boycotten, benadrukt Evers. ‘Als kijkers via Facebook of Twitter oproepen om te stoppen met kijken naar een programma, heeft het publiek wel degelijk macht.’ De kijker kan dus heldhaftig de afstandsbediening opzij gooien en besluiten geen boze tweets meer te sturen naar Barbie over haar geblondeerde haren en zonnebankhuid. Zolang programmamakers de televisie vullen met excentriekelingen zoals Terror Jaap of Geile Geert, zullen de spottende opmerkingen toch binnen blijven stromen.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen