Afgelopen donderdag vond de 25ste editie van het reizende popfestival Popronde plaats. Traditiegetrouw trapte het gezelschap af in Nijmegen met maar liefst 110 van de in totaal 140 acts. ANS ging op pad en nam een kijkje bij vijf van de bands.
Tekst: Julia Meilink
Foto: Queen’s Pleasure
Hoewel er elders in het land slechts rond de 35 bands per locatie spelen, is dit aantal in Nijmegen dus aanzienlijk groter om het reizend festival groots af te trappen. Voor de bezoeker stonden er elk kwartier weer nieuwe bands op nieuwe locaties klaar. De keuzestress tussen alle verschillende artiesten is daarom alom bekend. Wanneer dan eindelijk een mooie route is uitgestippeld, blijkt het vaak toch te verleidelijk om even te stoppen bij een ander bandje.
Organische vocalen met elektronische beats
Op weg naar de eerste locatie werden we zo al naar binnen getrokken bij pop- en elektronica-act Quinn. Eenmaal binnen blijkt de groep de gok meer dan waard. Frontvrouw Quirine Bruynen trekt het publiek naar voren gedurende al het vuur dat losbarst tijdens haar optreden in de kleine maar knusse ruimte. Bovendien int ze verwondering door haar bloedzuivere gezang en ongelooflijke timing met de band. De toetsenist en de drummer pakten het publiek tijdens het optreden bovendien volledig in door het integreren van zowel intrinsieke synthesizerpartijen en pakkende beats met samples van de zanglijn. Spontaan afslaan naar een ander café kan dus bijna niet slecht uitpakken.
Orgelsolo’s en pianoriffs
Na een kwartiertje bij Quinn te hebben geluisterd, komt het besef dat het eigenlijk de band Tricklebolt was die op de planning stond. Bij binnenkomst bij café Black & Blue blijkt dat hun denderende riffs van er zeker mogen wezen. De band van het vijftal mannen, alle gezegend met een flinke bos hoofdhaar, staat als een huis. De lange mannen gecombineerd met de wijde broeken passen volledig met het nostalgische geluid dat de band vertolkt: het zou waarschijnlijk niet zijn opgevallen als Tricklebolt al een plaatje uit had gebracht in de jaren 70. Het effectenpaneel wordt goed benut door de gitaristen en er staat een heus hammondorgel op de bühne. De gitaristen leveren continu strak opgebouwde gitaarsolo’s en na ook een aantal korte solo’s van de organist te hebben gehoord, blijkt het al snel doodzonde dat het orgel niet gewoon op de voorgrond staat. Het publiek kan slechts vragen om één ding vaker te horen: orgelgeluid! Voor de Classic Rockliefhebber is Tricklebolt verplichte kost tijdens de Popronde.
Lange indietracks
Na de ouderwetse rock van Tricklebolt kan men bij café Selbachs in dezelfde straat binnenstromen om even bij te komen bij de band Seewolf. Waar het publiek aanvankelijk onder het genot van een biertje wegzwijmelt op de uitgebreide nummers uit het oeuvre, loopt het café al gauw wat voller met publiek dat zowel jong als oud is. Zo staat men binnen een mum van tijd schouder aan schouder te luisteren naar de warme klanken van de band. Hoewel de indienummers nogal vatbaar blijken voor het veel-van-hetzelfde-syndroom, weet de band de herhalende motieven toch interessant te kunnen overbrengen. De verrassende opbouw en de rust waarmee het geheel wordt gepresenteerd, leiden tot een interessant eindproduct.
Koningsgenot
Aan het Koningsplein is vlak na Seewolf heel iets anders te vinden: Queen’s Pleasure. Het is de trotse producent van een flink staaltje experimentele muziek. Eerlijk is eerlijk, je moet ervan houden: een drummer die zichzelf net niet voor het hoofd slaat, een gitarist die ietwat onhandig van het drumstel afspringt en een zanger die amper boven de loeiharde begeleiding uit kan komen. Desalniettemin blijkt het een hoogtepunt van de avond. De rauwe vocalen worden tijdens de nummers volledig één met de hevige distortion van de gitaarversterker en trekken het relatief kleine groepje toehoorders volledig mee in de muziek. Het publiek staat uiteindelijk zelfs gevaarlijk dicht bij de versterking, waarvan de volumeknop flink is aangedraaid. Net als het publiek lijkt het viertal op het podium geen last te hebben van de hoge frequentie decibellen: de mannen barsten allemaal van de energie. Richting het einde van het optreden in het compacte café zijn de toehoorders volledig weg van de intense ervaring die bij deze band komt kijken.
Groove voor de verandering
Hoewel de naam anders doet vermoeden, mag het publiek de Destructive Penguins wel degelijk serieus nemen. Met een sound die doet denken aan een grote naam als The Cat Empire weet de band het gehele publiek met zich mee te krijgen. Het bruist echt in café het Alternatief en dat is ook helemaal niet vreemd: zelfs de meest stijve toeschouwers betrappen zichzelf erop mee te deinen met de rappende zanger en de ska-style begeleiding. Er werd zelfs meegezongen, wat nogal opmerkelijk is voor een act die voor een groot gedeelte van het publiek een dag eerder nog onbekend was. Het is het resultaat van de catchy refreinen en vele interactie met de gewillige heen-en-weerbewegende toehoorders. Met flink wat verve maken de trompetten en toetsen een afsluiter vol jazz.
ANS kwam na het zien van de vijf gekozen bands tevreden thuis. Tegen de verwachtingen in wist de kleine selectie acts zeer verrassende en uiteenlopende kronkels in het muzikale veld te maken. Overtuigd door deze kleine greep uit het grote geheel van de popronde? Schroom dan niet om een stedentripje te maken naar een van de andere nog 37 aankomende steden die wal bieden aan het bijzondere reisgezelschap.