De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO) presenteren vandaag op Prinsjesdag een eigen balans, met daarin een overzicht van de kosten die studenten elk jaar maken. Zo willen ze laten zien hoe de invoering van het leenstelsel de financiële situatie van studenten de afgelopen vier jaar heeft beïnvloed.
In het schema is onder andere te zien hoe studenten ervoor stonden qua inkomsten en uitgaven in 2014 en 2016 en wat de verwachtingen zijn voor komend jaar. Als inkomsten staat de inmiddels verdwenen basisbeurs genoteerd, als uitgaven de kosten voor huur, collegeld en overige studiekosten. Waar studenten in 2014 nog 3.716,32 euro per jaar in het rood belandden, was dit in 2016 al opgelopen tot 7.756 euro. De voorspelling op basis van prognoses van het CBS is dat dit bedrag in 2018 zal stijgen tot 7.917 euro per jaar. Het wegvallen van de basisbeurs speelt hierin een grote rol volgens de LSVb en het ISO, evenals sterke stijgingen in collegeld en kamerhuur, waardoor de nationale studieschuld enorm is gestegen. Deze punten werden eerder ook al aangekaart door het ISO met de introductie van een Nationale Studieschuldmeter.
Hoewel de balans een sterk vereenvoudigde weergave is van de werkelijkheid, geeft het een goede indruk van de impact die het verdwijnen van de basisbeurs heeft in combinatie met stijgende collegeprijzen en huurkosten. Deze veranderingen hebben uiteenlopende gevolgen, tegenwoordig zijn er minder mensen die op kamers gaan, doorstuderen of überhaupt gaan studeren. Reden genoeg in elk geval volgens het ISO en de LSVb om de formerende partijen nogmaals aan te sporen de basisbeurs opnieuw in te voeren en de studieschuld van studenten niet verder uit de klauwen te laten lopen.