Het aantal studenten Nederlands loopt al jaren terug. Waar in 2009 landelijk nog zeshonderd studenten zich inschreven voor de studie, zijn dat er sinds 2016 jaarlijks slechts tweehonderd. Op dit moment wordt de opleiding enkel nog in Amsterdam, Utrecht, Groningen, Leiden en Nijmegen gegeven. Een samengestelde commissie van neerlandici presenteert daarom een reddingsplan om de studie te beschermen.
Tekst: Myrte Nowee
In het reddingsplan wordt onder andere gepleit om het schoolvak Nederlands op de middelbare school aantrekkelijker te maken voor scholieren. Volgens het wetenschapsgenootschap Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) vinden veel scholieren het vak namelijk ‘saai en weinig nuttig’ en zou het schoolvak niet voldoende aansluiten bij de academische opleiding. Bovendien zouden scholieren denken dat het beroepsperspectief van de studie Nederlands zich beperkt tot het leraarschap. Het tegendeel is echter waar: slechts één op de vijf afgestudeerden belandt uiteindelijk in het onderwijs.
Zonder neerlandici een arme cultuur
De hoeveelheid academische geschoolde neerlandici loopt daarmee waarschijnlijk ook terug. ‘Ontbreken deze deskundigen, dan is er niemand om mensen wegwijs te maken in het heden en verleden van de eigen cultuur, of advies te geven over begrijpelijk en toegankelijk taalgebruik’, aldus het advies van de KNAW.
Volgens de neerlandici moet daarom iets veranderen. ‘Een samenleving waarin mensen geen kennis hebben van de eigen taal en cultuur is een arme samenleving’, stelt de commissie namens het KNAW. Zij presenteerden daarom afgelopen woensdag een reddingsplan aan de minister van Onderwijs, Ingrid Van Engelshoven.
Van Engelshoven zal naar aanleiding van het advies de komende tijd in gesprek gaan met verschillende universiteiten. Begin volgend jaar komt ze met een beleidsreactie.