Sinds 1 oktober kunnen promovendi niet langer alleen bij een hoogleraar terecht om te promoveren, maar ook bij universitair hoofddocenten (UHD’s). Ook op de Radboud Universiteit (RU) is inmiddels de eerste UHD met promotierecht benoemd.
Dankzij een nieuwe wet die eerder dit jaar werd ingevoerd, kunnen vanaf vorige maand niet alleen hoogleraren maar ook UHD’s promotieprojecten begeleiden, mits ze aan bepaalde eisen voldoen. De RU volgt hierin de richtlijnen die zijn opgesteld door de Vereniging van Universiteiten. Zo moet de UHD voor promotierecht worden voorgedragen door een decaan, met ondersteuning van een hoogleraar, en moet de hoofddocent in kwestie beschikken over goede onderzoeks- en begeleidingsvaardigheden.
Dr. Jeroen Smits van de Faculteit der Managementwetenschappen is de eerste UHD op de RU met promotierecht. Hij is zelf erg positief over de wetswijziging: ‘In het buitenland, bijvoorbeeld België, Engeland en de Verenigde Staten, bestaat dit systeem al langer. In Nederland hadden we in vergelijking met veel andere landen een afwijkend system maar dat is nu rechtgetrokken.’ Toen Smits in augustus over de nieuwe wetgeving hoorde, benaderde hij decaan Paul Hendriks. Na overleg in het college van decanen is toen besloten om aan Smits het promotierecht toe te kennen. Aan de voorwaarden voldeed Smits ruim: hij is copromotor bij vijf eerdere promovendi en drie lopende projecten en heeft daarnaast nog een flink aantal wetenschappelijke publicaties op zijn naam.
Verder is Smits blij dat hij nu ook zelfstandig als promotor op kan treden. ‘Voor een promotieproject dat helemaal zelf gefinancierd en gerealiseerd was, had je toch nog een hoogleraar nodig. Die extra stap is nu niet meer nodig’, vertelt Smits. Hij verwacht dat het vooral van de UHD’s zelf afhangt of het promotierecht vaker verstrekt zal worden. ‘Ik denk dat veel collega’s het initiatief zullen nemen als ze hiervan horen, net zoals ik gedaan heb.’
Ook al hebben UHD’s nu meer rechten, verschil moet er nog steeds wezen: het recht om een toga te dragen blijft exclusief voorbehouden aan hoogleraren.