Gisterenmiddag vond de eerste Gezamenlijk Vergadering (GV) van het academische jaar plaats. De Universitaire studentenraad (USR) confronteerde hierin het College van Bestuur (CvB) met het plan het bindend studieadvies (BSA) van 39-42 studiepunten naar 42-45 studiepunten teverhogen.
Tweestrijd
In een zelfbenoemde two-man-show confronteerde Funs Elbersen, in naam van de GV commissie waarin naast de USR ook leden van de ondernemingsraad zitten, Gerard Meijer, de voorzitter van het CvB. Elbersen vindt het opmerkelijk dat het CvB met de ‘rendementsmaatregel’ om het BSA te verhogen komt, terwijl het studievoorschot pas is ingevoerd en het huidige BSA nog niet voldoende geëvalueerd is. Volgens Gerard Meijer is de ophoging een volstrekt logische maatregel. ‘In 4 jaar word je geacht 180 studiepunten te halen, het is dan helemaal niet vreemd dat er van een student verwacht wordt in het eerstejaar 39 tot 42 studiepunten te halen. Eigenlijk zou 45 punten zelfs het meest logisch zijn.’ Volgens Meijer heeft de verhoging zover zij weten niet direct een financieel voordeel, maar heeft het CvB vooral de morele verplichting studenten te laten realiseren dat studeren hard werken is.
Funs Elbersen liet weten dat de USR het voorstel van het BSA een onaangenaam begin vond van wat een goede samenwerking met het CvB beloofde te worden. De USR mag bij dit voorstel alleen advies geven, maar heeft geen instemmingsrecht. ‘Over de huishoudelijke zaken mag de USR wel meepraten, maar als het over serieuze zaken zoals de ophoging van het BSA gaat, is de beslissing plotseling bindend.’ Meijer vond dat de USR dit niet moest zien als een gebrek aan vertrouwen, maar als een pragmatisch bestuurlijk principe.
Facultaire bindende maatregelen
Daarnaast kon Meijer geen toezeggingen doen over de invoering van verdere bindende richtlijnen op facultair niveau. Meijer is van mening dat een verbod van het CvB over de invoering van meer bindende richtlijnen op facultair niveau zou ingaan tegen de bevoegdheden van de Faculteiten. Het CvB kan dus geen garantie geven dat na de verhoging van het BSA er binnen de faculteiten ook nog eens extra bindende maatregelen worden doorgevoerd. Een voorbeeld hiervan is dat bij studenten bij Rechten hun bachelor al in 4 jaar moeten halen.
Nogmaals in gesprek
Monique van Vegchel, voorzitter van de USR, vindt dat het studievoorschot een voldoende maatregel is om studenten te motiveren genoeg studiepunten te halen. Eerst zouden volgens haar de resultaten van deze maatregel bekend moeten worden, voordat een extra bindende maatregel ingevoerd moet worden.
De enige concessie die het CvB wilde doen, was nogmaals hierover met de decanen in gesprek te gaan. Bovendien zal bij de volgende vergadering de decaan van Rechten aanwezig zijn om dit besluit toe te lichten. De gelegenheid om bij deze bijeenkomst vragen te stellen, kon niet op toestemming van het CvB rekenen.