Home Wetenschap Actief appen stimuleert schrijfvaardigheid

Actief appen stimuleert schrijfvaardigheid

door Redactie

WhatsApp heeft een negatieve invloed op je taalgebruik. Althans, zo luidt vaak de consensus. Lieke Verheijen, promovenda aan de Radboud Universiteit (RU), onderzocht hoe echt zit en keek naar de invloed van whatsappgebruik op schijfvaardigheid en spelling. Ze bestudeerde afwijkingen in het ‘normaal’ Nederlands taalgebruik in de sociale mediagesprekken van jongeren en jongvolwassenen. Door te kijken naar verschillende sociale media en schrijfvaardigheid kwam ze tot de volgende conclusie: ‘Zelf taal produceren, dus ook door te appen, kan goed zijn voor je spelling én je schrijfvaardigheid.’

Tekst: Rindert Oost

Klassiek msn’en
Verheijen heeft haar onderzoek opgedeeld in drie delen. ‘Het eerste deel was een grote verzameling aan sociale mediagesprekken van WhatsApp en Twitter tot de klassieke msn-chat’, vertelt ze ietwat nostalgisch. ‘Hierbij keek ik per woord of deze afweek van de Nederlandse spellingsregels om zo te zien hoe vaak een alternatieve spelling gebruikt werd. Daarna ben ik langsgegaan op verschillende onderwijsinstellingen in en rondom Nijmegen om de schrijfvaardigheden van de scholieren en studenten vast te stellen en doormiddel van enquêtes te kijken hoe vaak ze gebruik maakten van sociale media en op wat voor manier.’ In het slotonderzoek werd een experiment uitgevoerd. ‘Ik had twee groepen studenten. De een moest een kwartier lang met elkaar appen en de ander ging mandala’s inkleuren. Dat is schijnbaar rustgevend’, lacht ze. ‘Daarna schreven ze verhaaltjes en kon ik hun schrijfvaardigheid meten.’

Autocorrectie
Uit het onderzoek rolde de conclusie dat de whatsappende groep iets minder spelfouten maakte in de teksten die ze schreven dan de kleurende groep. Trots zegt Verheijen: ‘Dat kun je opvatten als een directe positieve invloed van whatsappgebruik op spelling.’ Althans, als het gaat om actief gebruik van sociale media. Want, legt Verheijen uit, bij passief gebruik zoals het lezen van andermans appjes of het gebruik van autocorrectie, is het verband juist negatief. ‘Jongeren die aangaven dat ze veel autocorrectie gebruikten, schreven ook vaker met chattalige-elementen in hun dagelijks schrijven. Lui zijn en veel autocorrectie gebruiken op sociale media stimuleert schrijfvaardigheid dus niet echt.’

‘Gewoon’ Nederlands
Of whatsapptaal ook het ‘normale’ Nederlands gaat overnemen? ‘Nee’, denkt Verheijen. ‘Het lijkt erop dat chattaal, zoals het afkorten of fonetisch schrijven van woorden, zich vooralsnog beperkt tot de sociale media en vooral onder jongeren. Pubers typen namelijk meer in chattaal dat jongvolwassenen. Zij voelen zich meer vrij of hebben meer behoefte aan creatief taalgebruik. Maar dat taalgebruik zet zich niet door naarmate ze ouder worden’, beschrijft ze. ‘Toen ik naar de msn-gesprekken keek, dook er, net als in de appgesprekken, veel afwijkend taalgebruik op. Maar de mensen die hier gebruik van maakten, zijn nu in de twintig en doen dit tegenwoordig minder. Zij conformeren zich naar de ‘gebruikelijke’ Nederlandse taalregels. Het lijkt er dus op dat mensen zich meer zelfbewust worden van taal op latere leeftijd en hun taalgebruik naar de norm aanpassen’, aldus Verheijen.

‘Maar taal ontwikkelt zich altijd’, verduidelijkt ze. ‘Dus hoe meer mensen chattaal gaan gebruiken, hoe meer consensus er kan ontstaan binnen de maatschappij. Misschien dat in de toekomst afkortingen, Engelse woorden en emoji’s ook zijn toegestaan bij je sollicitatiebrief.’

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen