Home Opinie & AchtergrondColumns Man in the mirror: Het mededogen in zwarte humor

Man in the mirror: Het mededogen in zwarte humor

door Redactie

Columnist Niek van Ansem denkt veel na over het dagelijks leven. Maar of al dat reflecteren ook tot oplossingen leidt? Zijn gedachtes vragen op hun beurt namelijk ook weer om een flink staaltje doe-het-zelf psychoanalyse. Om zijn overvolle hoofd wat te luchten, deelt hij hier wat van zijn hersenspinsels.  ​

Een jaar geleden ben ik met mijn familie in Auschwitz geweest. Het bezoek maakte op ieder van ons grote indruk. De paar dagen die we rondom dit bezoek in Krakau doorbrachten, waren dagen vol afschuw, bezinning en – vreemd genoeg – ook humor. Juist tijdens deze reis, waarin ik veel nadacht over wat er tijdens de Tweede Wereldoorlog is gebeurd, kwamen er bovengemiddeld veel grappen over deze gebeurtenissen in me op. Grappen die niet kunnen, omdat humor bij zoiets zwarts als de Holocaust niets te zoeken heeft. Of toch?

Het verschijnsel ‘zwarte humor’ vind ik intrigerend. Ik twijfel niet zozeer over de vraag óf zwarte humor kan: in mijn optiek moet je over ieder onderwerp – hoe zwaar ook – grappen kunnen maken. Wat mij echter wel fascineert, is de manier waarop zwarte humor zich verhoudt tot mijn medeleven. Bij iedere zwarte grap zijn er namelijk ook slachtoffers in beeld: slachtoffers van ziektes, rampen, misdaden. Als medemens vind ik het leed dat hen is overkomen allesbehalve grappig. Mijn zwarte humor en mijn mededogen zijn beide deel van wie ik ben, maar ze leven wel op gespannen voet met elkaar. Die spanning veroorzaakt soms ook een schuldgevoel dat zich samen met de hilariteit openbaart. Dat schuldgevoel is het innerlijke stemmetje dat ‘die grap kan écht niet…’ roept, terwijl hetzelfde stemmetje het ondertussen wel uitschatert van het lachen.

Dat ik mijn donkerste humor ondanks dat schuldgevoel toch liefdevol zijn gang laat gaan, lijkt onverenigbaar met mijn medeleven. Toch heeft de grofste grap bij mij juist ook veel te maken met mijn empathisch vermogen. Humor heeft in een zwarte context iets absurdistisch: de grap lijkt niet thuis te horen in het door en door trieste verhaal waar ze naar verwijst. Welbeschouwd is het noodlot echter niet veel minder absurdistisch – met name wanneer dit noodlot door andere mensen is veroorzaakt. Ik leef dagelijks een leven van logica, waarin ik de dingen die ik doe baseer op rationele verwachtingen van wat het me in de toekomst gaat brengen. Noodlot en slachtofferschap horen niet thuis in die wereld. Daarom vind ik de gruwelijkste gebeurtenissen ook zo moeilijk te bevatten. Dit maakt meeleven een belangrijke, maar allesbehalve een gemakkelijke opgave.

Ik kán me niet voorstellen hoe het is als een politiek regime ineens man en macht inschakelt om mij en mijn familie uit te roeien. Ik kan niet bedenken hoe het voelt als er op een doorsnee werkdag opeens een passagiersvliegtuig op mijn kantoorruimte afkomt, of als de stad waarin ik woon ineens gebombardeerd wordt. In mijn alledaagse leventje zijn dit te absurdistische scènes. Voor mij is het absurde van zwarte humor daarom een van de manieren om mijn meelevende kant aan te boren. Het stelt me enerzijds in staat om aan het onvoorstelbare tenminste iets van betekenis te geven, al is het maar een clou. Anderzijds zet het schuldgevoel dat met de grap komt me weer aan het denken.

Opdat het nooit wordt vergeten.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen