Home Opinie & AchtergrondColumnsAnna in Engeland Anna in Engeland: De eerste indruk

Anna in Engeland: De eerste indruk

door Redactie

Kunstgeschiedenisstudent Anna Koudijs verblijft een half jaar in Lincoln, Groot-Brittannië. Voor ANS schrijft ze elke maand over hoe zij als Nederlandse student de Brexit beleeft, maar ook over haar bevindingen in het land en het contact met de bewoners.

Daar sta ik dan op de parkeerplaats van een hotel in Lincoln mijn ouders uit te zwaaien, terwijl ik de tranen van het afscheid uit mijn gezicht veeg. Ik woon al vier jaar niet meer thuis, maar het is toch een raar idee dat ik ze een half jaar niet zal zien. Hoe vaak je ook gehoord hebt dat studeren in het buitenland een ontzettend gave ervaring is, de eerste paar dagen zijn vooral ontzettend spannend en eng.

Wonen in Groot-Brittannië is even wennen. Hoewel ik het een fantastisch land vind, vraagt het alledaagse leven wel om het nodige aanpassingsvermogen. De mensen hier zijn ontzettend vriendelijk en behulpzaam, maar ook eigenwijs. Alles wordt net even anders gedaan dan op het Europese vasteland. Zo weet iedereen wel dat ze hier aan de linkerkant van de weg lopen en rijden. Dit klinkt niet zo ingewikkeld, maar wacht maar tot je de straat over moet steken. Elke keer weer sta ik te denken: ‘Van welke kant komt het verkeer nou?’ Daarnaast verontschuldigen ze zich voor alles (en dan bedoel ik ook letterlijk alles) en blijkbaar is het ook normaal om om 10 uur ‘s ochtends je ‘full English breakfast‘ weg te spoelen met een pint bier.

Toch is dit voor mij als (kunst)geschiedenisstudent de perfecte plek om te studeren. Lincoln is gelegen op een heuvel die al zeker tweeduizend jaar bewoond wordt. De prachtige middeleeuwse kathedraal midden in het oude centrum torent uit boven de rest van de stad. Lincoln zelf ademt geschiedenis. Maar wat mijn verblijf juist in deze tijd nog interessanter maakt, is dat ik in Engeland ben terwijl hier geschiedenis wordt geschreven. Zoals het er nu naar uitziet zal Groot-Brittannië op 29 maart de Europese Unie verlaten. Ik ben net een paar dagen in Lincoln als het Britse parlement de voorgestelde deal met de EU massaal wegstemt. De spanning hangt voelbaar in de lucht.

Groot-Brittannië is extreem verdeeld als het gaat om de Brexit en ook in Lincoln is het een gevoelig onderwerp om over te beginnen. Veel studenten zijn tegen het vertrek uit de EU, terwijl de ‘locals’ er grotendeels een andere mening op na houden. Ergens kan ik de ontevredenheid van de Engelsen wel begrijpen. Terwijl Lincoln’s oude centrum de trots van de stad is, kent deze plaats ook zeker haar minder mooie kanten. Tot het einde van de twintigste eeuw was Lincoln een stad met veel zware industrie. Die is inmiddels verdwenen, maar een groot deel van de bevolking bestaat nog steeds uit arbeiders door de nabijgelegen Siemensfabriek. Het gemiddelde uurloon van een fabrieksarbeider is hier nog geen acht pond. Even ter vergelijking: voor een kop koffie betaal je hier makkelijk 2,50 pond. Dat is bijna drie euro. Rondkomen is dus voor een deel van de inwoners een behoorlijke uitdaging.

Dat het leven in Lincoln niet voor iedereen makkelijk is, is dan ook heel goed zichtbaar op straat aan het grote aantal daklozen. Ik praat erover met één van de Italiaanse uitwisselingsstudenten. Ook zij verbaast zich erover. Als we hierover een opmerking maken tegen een Engelse student reageert hij haast laks en haalt hij zijn schouders op: ‘Tja, het zijn allemaal drugsverslaafden.’ Het is duidelijk dat dit voor hem de normaalste zaak van de wereld is. Ik vraag me af of ik er zo makkelijk aan zal wennen gedurende de komende maanden.

 

 

 

 

 

 

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen