Home Reportage Talk dirty to me

Talk dirty to me

door Redactie

Jaarlijks produceren Nederlanders zo’n 500 kilo afval per persoon. Een deel daarvan wordt aan de straat gezet en wordt nog voor dag en dauw opgehaald. ANS reed een ochtend mee achterop de vuilniswagen van afvalinzamelingsbedrijf Dar.

Tekst: Danique Janssen
Foto’s: Ted van Aanholt

Dit artikel verscheen eerder in de zevende editie van ANS.

Wanneer de prille ochtendzon nog amper aan de hemel staat, verzamelen de medewerkers van Dar zich op de parkeerplaats van het afvalinzamelingsbedrijf. Het terrein, gelegen op het Nijmeegse industrieterrein net achter Oud-West, kleurt langzaam neongeel. De meeste afvalinzamelaars zijn brede mannen van in de 30 of 40, maar er lopen ook mensen rond die pas net onder moeders vleugels vandaan lijken te komen. Het aantal vrouwen op de parkeerplaats is op een hand te tellen. De medewerkers praten nog even rustig bij onder het genot van een bekertje koffie of een sigaret, voordat het tijd is om aan de slag te gaan.

Dar 2 magazijnRustig opstarten
Wanneer de klok bijna half acht slaat, sjokken de afvalinzamelaars naar het groezelige magazijn om hun werkhandschoenen op te halen. Deze liggen in een conciërgehok dat is bekleed met naaktkalenders en bordjes met opbeurende teksten als “Ik zit niet 24 uur per dag op je schouder”, met daarboven een engel. Romario Nannekhan is een van de afvalverzamelaars en is vandaag de chauffeur van zijn wagen. Naast chauffeurs zijn er ook beladers, die achterop de wagen staan om de vuilniszakken erin te gooien. Deze taakverdeling ligt niet vast: de meeste afvalinzamelaars zijn de ene rit belader en de andere rit chauffeur. Nannekhan werkt nu vijf jaar voor Dar en is er nog lang niet op uitgekeken. ‘We zijn de hele dag lekker actief bezig. Ook hebben we in de wagen geen baas in de buurt die ons op de vingers kijkt. Die vrijheid is fijn.’ Het zijn vooral de collega’s die het werk leuk maken, benadrukt hij. Terwijl Nannekhan in de wagen op de belader wacht, begroet hij de collega’s die voorbij lopen luidkeels. Een van hen komt nog even een praatje maken. Hij grapt op theatrale wijze dat Nannekhan zijn ex-vriend is en na werk een lekkere beurt van hem krijgt. ‘Mooie vent’, constateert Nannekhan.

Vandaag wordt Nannekhan vergezeld door belader Pieter Kleijn. Nadat Kleijn de wagen van Nannekhan is ingestapt, vertrekken ze richting Nijmegen-Oost om daar zakken restafval op te halen. Het plastic+-afval, de zakken met plastic, blik en pak, wordt vandaag door andere vuilnisauto’s opgehaald. ‘De wijk Altrade duurt niet zo lang’, vertelt Nannekhan. ‘Als we straks klaar zijn, moeten we andere wagens gaan helpen.’ Zo blijven de twee tot ongeveer half vier ‘s middags bezig.

Stank voor dank
De grote vuilniswagen baant zich een weg door de smalle straten van Nijmegen-Oost. Sommige bewoners komen nog met vuilniszakken in hun hand aansnellen om ze aan Kleijn te geven en vanuit een huis zwaaien er kinderen naar het grote voertuig. Nannekhan toetert naar ze. De reacties die ze ontvangen, zijn lang niet altijd zo positief. ‘Automobilisten zijn weleens geïrriteerd als ze achter je staan en moeten wachten’, zegt de chauffeur. ‘Als het mogelijk is, gaan we natuurlijk aan de kant. Dit kan alleen niet altijd. Meestal reageren we rustig op zulke mensen, anders kun je bijna elke dag wel met iemand in discussie gaan. Onderling kunnen we er wel om lachen.’

‘We hebben een collega die Politieke Geschiedenis heeft gestudeerd.’

Op sociale media ziet Nannekhan soms dat zijn werk wordt afgedaan als een makkelijke baan voor wie geen zi heeft om te studeren. Kleijn herkent dit vooroordeel over vuilnismannen ook, maar volgens hem klopt het niet. ‘We hebben een collega die Politieke Geschiedenis heeft gestudeerd, maar nu hier werkt omdat hij dit leuker vindt.’ Nannekhan heeft zelf Accountancy gestudeerd en werkt toch bij Dar, om dezelfde reden. Het stigma over vuilnismannen doet de twee naar eigen zeggen niet zo veel. Het belangrijkste voor hen is dat ze genieten van het werken in de buitenlucht en de gezelligheid onderling. Zelfs de stank stoort niet, volgens Nannekhan. ‘Die ruik je na een dag al niet meer, ook niet met een kater’, grinnikt hij. Kleijn grapt: ‘Als alcoholist ben jij natuurlijk wel wat gewend.’

Dar 1 Romario groot

Niet van porselein
Nannekhan moet rustig rijden vanwege de smalle straten en de vele voorbijgaande fietsers, waaronder schoolkinderen. Kleijn staat ondertussen achterop de wagen. Hierdoor kan de belader sneller de vuilniszakken pakken, die in het drukke Nijmegen-Oost soms al om de tien meter verzameld liggen. Deze werpt hij vervolgens in de grote pers achterop de vuilniswagen. Telkens als de chauffeur stopt, springt Kleijn van het plateautje en gooit hij behendig vijf zakken tegelijk de pers in. ‘Zakken met kattengrit en poepluiers zijn het zwaarst’, zegt hij. Hij veegt de zweetdruppels van zijn voorhoofd. Door al dat gesjouw kweken de medewerkers de nodige spierballen. ‘Romario en ik zijn toevallig de enige twee met een buikje, maar verder is iedereen natuurlijk heel fit’, voegt Kleijn lachend toe.

Het werk is niet alleen fysiek zwaar, het is ook verbaal een harde wereld. De vuilnisophalers praten luid en maken graag grove grappen met en over elkaar. Dit maakt het werk voor hen leuker, maar volgens Kleijn kan het nieuwe medewerkers ook afschrikken. Via een uitzendbureau werken er ook studenten bij Dar. Zij hebben soms moeite om te wennen aan hun intimiderende taal en vertrekken daardoor snel. Kleijn ziet grote verschillen tussen de sfeer op zijn werk en in de studentenwereld. ‘Het gaat er hier heel anders aan toe dan op een universiteit. Daar val je als student niet snel buiten de boot, maar hier moeten medewerkers hun respect verdienen.’ Mogelijk zijn er daarom, en door de zware fysieke inspanning, ook maar een paar vrouwen te vinden in het grote inzamelaarsteam. ‘Ik wil zeker niet zeggen dat het geen werk voor vrouwen is, maar ze zullen het wel moeilijk hebben tussen al deze ruwe mannen’, zegt Kleijn.

Dar 3 PieterVishaken en gayporno
In een zijstraat waar de auto van Nannekhan en Kleijn langsrijdt, staat een ander voertuig van Dar. Kleijn zwaait en roept naar zijn collega, die zakken met plastic in de wagen aan het laden is. Deze liggen er meer dan de groene en rode restafvalzakken. Nijmegenaren zijn fanatiek als het op afval scheiden aankomt en doen het zo veel dat ze zelfs tot de top van Nederland behoren. Toch komen de mannen er soms op pijnlijke manieren achter dat er alsnog dingen tussen het vuilnis kunnen zitten die er niet thuishoren. ‘Ik heb wel eens een vishaak in mijn vinger gehad’, vertelt Nannekhan. Hij moest toen een Hepatitis B-injectie halen. ‘Soms gooien we in rap tempo de zakken achterin. Als we er een verkeerd beetpakken en er zit wat scherps in, dan kunnen we gewond raken.’ De inzamelaars hebben handschoenen aan die hen tot op zekere hoogte beschermen, maar deze zijn niet erg dik. Scharen, messen en andere scherpe voorwerpen horen dan ook niet thuis in de vuilniszakken. Nannekhan vertelt over een collega die scherven in zijn gezicht kreeg, nadat er een bierfust tussen de pers terechtkwam en uit elkaar spatte. ‘Als mensen hun afval niet goed sorteren, kan het voor ons dus gevaarlijk worden.’

Naast scherpe voorwerpen vindt Nannekhan ook weleens andere eigenaardigheden tussen het afval. ‘Laatst haalden we oud papier op en toen vond ik een doos vol met gayporno’, grinnikt hij. Niet zijn ding, maar wat als hij wel wat interessants tussen het afval ziet? ‘Wanneer ik waardevolle spullen of geld vind, dan laat ik die natuurlijk liggen…’ Er verschijnt een ondeugende glimlach op Nannekhans gezicht. ‘Nee, geintje. We vinden eigenlijk nooit waardevolle spullen. Mocht het wel een keer gebeuren, dan mogen we het voor onze veiligheid niet uit de pers halen.’

Wanneer de mannen hun wijk weer afvalvrij hebben gemaakt en alle afvalzakken achterin de wagen zijn geperst, rijden ze terug naar het industrieterrein om het afval te storten. Uit het restafval dat ze hebben opgehaald, wordt energie en warmte gewonnen. Het plastic+-afval, dat vandaag ook aan de straten lag, wordt direct naar een verwerker gebracht. Die sorteert alle verschillende soorten plastic en stuurt het naar fabrieken die het tot nieuwe voorwerpen verwerken. Gft-afval wordt tenslotte gebruikt voor compost en biogas waar bijvoorbeeld bussen op kunnen rijden. Dankzij Kleijn, Nannekhan en de andere inzamelaars rijd je je volgende busrit dus mogelijk op je eigen voedselresten.

‘Pieter Kleijn’ is een gefingeerde naam. De echte naam is bij de redactie bekend.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen